‘Het overvalt me op de gekste momenten’ , zo vertelt Helma mij. Als ik op zondag de hele dag alleen geweest ben en ik óók nog de vuilcontainer aan de straat moet zetten, dan word ik opeens zó boos. Dat was altijd zijn taak. Er komen dan akelige gedachten: ‘ja, lekker makkelijk! Jij bent hem lekker gepeerd, had toch beter voor jezelf gezorgd’.
Boosheid en rouw, het is op zijn zachtst gezegd een verwarrende combinatie. Zo boos en verwijtend wil je helemaal niet denken over je overleden partner. Zo verwijtend wíl je helemaal niet zijn. En toch zijn ook dit soort gevoelens er en ze vragen je om erkend te worden. Iets in jou voelt boosheid, voelt zich in de steek gelaten en wil helemaal niet alleen zijn.
Op de massagetafel kan Helma nu ook de energie van de boosheid voelen, zonder de verhalen en woorden. Het is een krachtige energie. Ze kan er bij zijn, in haar lichaam. Er hoeft niets anders. Mijn handen ondersteunen dit proces, door er ook bij te zijn. Langzaamaan komt er meer ruimte in haar lijf. Een stille traan drupt uit haar ogen, haar oren zijn een zwembadje van tranen. ‘Hè hè’, verzucht ze na afloop, ‘ik kan weer ademen, het is minder verstikkend.
‘Als het stormt in je hart ga mee ga mee, ga mee’, zingt Ramses Shaffy hierover. Luister maar even, het liedje duurt maar 1 minuut.
Wil je ieder seizoen een mail van mij ontvangen met verhalen, tips voor boeken en inspiratie? Schrijf je dan in.
‘Verhalen van (h)erkenning en troost’