Het is alweer een paar jaar geleden. Plots voel ik de behoefte er nog eens over te schrijven.
‘Ik ga weg voor minstens een jaar mam, maar het kunnen er ook drie worden’. Mijn dochter vertrekt naar Uruguay, haar droom achterna: ze wil VRIJ ZIJN.
Een week later, na het afscheid op Schiphol belt ze me in tranen. Ze is heel hard op haar achterhoofd gevallen bij een potje voetbal en de hoofdpijn wordt erger en erger. In het ziekenhuis in Montevideo zien ze direct de ernst. Weer een telefoontje: ‘Mam, ze gaan me nu naar de medium care brengen, er zijn hematomen in mijn hersenen te zien op de scan’.
De hele nacht is er een hotline met Uruguay, mijn dochter, verzekeringsmaatschappij, haar bezorgde broer,mijn moeder, zus en vriendinnen; ik zeg al mijn afspraken voor de komende weken af.
Lang verhaal kort: de volgende ochtend vlieg ik naar Uruguay.
Ik stap het vliegtuig in. Ik sta stijf van de spanning en realiseer me dat ik de komende 14 uur niet bereikbaar ben. Dat ik echt niets kan doen. Dat valt niet mee voor mij; ik ben een planner, een werker, een vechter, een fixer. Mij zomaar overgeven, daar is mijn systeem niet aan gewend.
En daar is zij. De stewardess. Zij ziet mij. Als alle passagiers zitten komt ze met een glaasje water. ‘Klopt het dat je bezorgd bent?’, vraagt zij. Haar Vlaamse tongval klinkt zo lief en zacht. Ik vertel wat er aan de hand is. ‘Ah mai wat zult u bezorgd zijn. Ik ben er de hele vlucht voor u, als u wilt praten of gewoon wat afleiding wilt, dan belt u maar. En ik kom zelf ook af en toe kijken’.
Ik voel de spanning uit mijn lijf glijden en kan me de hele vlucht overgeven aan een heel vredig niemandsland. Er wordt voor mij gezorgd, zo voelt het. Vlak voor de landing komt zij weer eventjes langs. Met ‘een presentje namens de hele crew’. Ik krijg een kaartje en een belletje, dat staat voor geluk.
Als ik ben geland, en met bonzend hart mijn mobiel aanzet is er een bericht van een ‘vriend van een vriend’ uit Uruguay. die op de hoogte is gebracht. Hij stuurt mij een foto van hem en mijn dochter, want hij is direct bij haar op bezoek gegaan. Hij wacht ook mij op bij het vliegveld en brengt mij, midden in de nacht naar het ziekenhuis. De tweede engel op mijn pad.
De derde engel is de dokter die haar behandelt. Hij waakt als een vader over haar, geeft ons bij elke visite een warme omhelzing en legt met eindeloos geduld in zijn langzaamste Spaans uit wat er aan de hand is. Deze dokter, Miguel Estable, is nog steeds mijn Facebook-vriend. Hij stuurt op elk bericht waar ik over mijn kinderen opschep een hartje.
Heel lang verhaal nog korter. Met mijn dochter is het helemaal goed gekomen. Zij woont niet meer in Amsterdam, ook niet in Uruguay, maar heeft in Friesland haar vrijheid gevonden. Die bleek dichterbij te zijn dan ze dacht.
En ik zal nooit deze drie engelen vergeten, die de schrik, de zorg en de angst hielpen dragen.
Heb jij ook ervaringen met engelen op je pad?
Wil je ieder seizoen een mail van mij ontvangen met verhalen, tips voor boeken en inspiratie? Schrijf je dan in.
‘Verhalen van (h)erkenning en troost’