Lichaamsgerichte begeleiding bij rouw

Een plek voor onze doden

Een struikelsteen voor Guus

Het is belangrijk onze doden een plek te geven. Op 2 november 2017 kreeg Guus zijn plek terug in de stad.
Mijn tante Ied was de zus van mijn oma. Zij was getrouwd met een Joodse man. Hij is in de tweede wereld oorlog weggevoerd en vermoord. Zij hadden een zoontje, Hans, die toen een baby was.
Gisteren werd er in de Johannes Vermeerstraat 38-huis in Amsterdam een struikelsteentje onthuld, in het bijzijn van zijn zoon Hans en kleindochter  en een klein groepje vrienden en familie. Ik was er bij.
Ik vond tante Ied een leuke tante. Ze was niet ‘zoals het hoorde’, kon lekker grof zijn en had een grappige humor. Ze at op zondag met mijn oma bij het Joodse restaurantje ‘Betty’ een gemberbolus. En ze ging altijd vogeltjes kijken op Zorgvlied. Ik wist als kind niet wat haar in de oorlog was overkomen. Pas later hoorde ik wel eens terloops dat haar man, ‘ oom Guus’ voor mijn moeder, in een concentratiekamp was overleden.
De kunstenaar plaatst het steentje vakkundig, de mannen van de gemeente geven hem de materialen aan. ‘Het is een belangrijk moment’ zegt zoon Hans, die gearmd met zijn dochter staat te kijken. ‘Eindelijk! Ik ben op de plek geweest waar hij dood is gegaan en nu is er hier een plek met zijn naam, bij het huis waar wij gewoond hebben’.  We leggen allemaal een witte roos bij het koperen glimmende plaatje, waar de korrels zand nog opliggen. Zijn kleindochter haalt uit een plastic tas een wit naambordje, bij de schroefgaten is wat roest zichtbaar. Ze legt het bord bij het steentje. Haar opa was tandarts geweest en haar oma Ida had het bordje in de oorlog van de gevel gehaald. Het is altijd bewaard gebleven. Hij heeft in het verzet gezeten, vertelt zij trots,en wordt genoemd in het namenregister van gevallenen 1940-1945. 
Ik bel mijn moeder ’s avonds. We praten over wat zij nog weet over haar tante Ied en oom Guus en langzaam komen er wat herinneringen naar boven. ‘Ik was 7 jaar en bij hun op bezoek. Ze hadden een diepe kast en ik zei spontaan, oh dat is handig als je je moet verstoppen voor de Duitsers’. Tante Iet had dat vriendelijk beaamd. We hebben het erover hoe gek het is dat er zo weinig over deze familiegeschiedenis is gesproken in ons leven. En we zijn het erover eens dat het fijn is dat dit steentje er nu ligt.
We staan nog wat na te praten bij het verse steentje. Twee buurjongens komen uit school en staan op een afstandje te kijken. We vragen of zij meer willen weten en ze komen dichterbij. Hans vertelt waarom dit steentje er ligt. Zichtbaar onder de indruk halen ze direct hun vader erbij.
72 jaar  na zijn dood wordt er weer gesproken over Guustaaf Levie in de Johannes Vermeerstraat.  
Zijn bestaan en zijn geschiedenis krijgen met deze struikelsteen erkenning.  Hij heeft weer een plek. In zijn straat, in de stad én in onze familie. 

Deel dit blog
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  

Compassiebrief Rouwen met Compassie

Wil je ieder seizoen een mail van mij ontvangen met verhalen, tips voor boeken en inspiratie? Schrijf je dan in.
‘Verhalen van (h)erkenning en troost’

  • Corinne de Graaf
  • Rouwen met Compassie
  • 0610694910

Rouwen met Compassie • Groen van Prinstererstraat 65-bg • Amsterdam-Westerpark