Lichaamsgerichte begeleiding bij rouw

Levenslust

Levenslust
Interview met Pien, 56 jaar . Pien is in mijn praktijk gekomen in 2015. Zij vertelt hier over de rouw om haar man Arthur, die op 28/11/2013 is overleden, hij was 58 jaar.
Kun je iets vertellen over je verlieservaring?
Arthur ging naar de huisarts met een bult in zijn oksel die groeide. Uit onderzoeken bleek dat het een tumor was. ‘Nu is het officieel, ik heb een tumor’ , zei hij. Ik reageerde met : ‘ach, een tumor, dat is gewoon een ander woord voor bult’. Ik wilde dit zó niet!
Het werd een glijdende schaal, na weken onderzoeken werd de diagnose steeds ernstiger. De tumor bleek een uitgezaaide melanoom en zijn hele lijf zat vol uitzaaiingen.
Hij heeft nog een half jaar geleefd. We hebben in dit halve jaar, waarin Arthur zich in het begin nog gezond voelde, élke dag iets leuks gedaan. Dat paste bij ons, we hebben iedere dag van iets genoten, maakten uitstapjes, reden motor en voeren in onze boot.
Arthur kreeg steeds meer pijn en trok zich de laatste maand meer terug. Hij wilde niet meer zo. Voor mij kwam er een kantelpunt toen Arthur zei, na een grap van mij: ‘je moet me niet meer aan het lachen maken, dat doet me teveel pijn’. Toen kon ik ook zien dat het niet meer ging. Met de dokter hebben we toen het meest onwezenlijke gesprek gevoerd van mijn leven. Arthur gaf het rust dat er euthanasie mogelijk was. De laatste dag waren we met onze zoon en zijn vriendin samen. Het was een goede dag.
Ik had vooraf geen idee wat zijn overlijden zou betekenen, gelukkig maar. Mijn lichaam ging door, maar voor mij was het onvoorstelbaar. Ik heb het eerste half jaar overleefd door me in mijn hoofd te verbeelden dat hij er nog was. Dan was ik beneden en deed ik alsof hij boven was. Later realiseerde ik me dat ik heel erg mijn best deed, zodat hij terug zou komen. Dat was echt magisch denken.
Alles stolde in mij. En als ik nu mijn dagboeken lees, werd het na anderhalf jaar een herhaling van zetten: ik voel totale zinloosheid, ik wil dit niet, het is te groot, ik mis je, waar ben je.
Hoe reageerde jouw lichaam op dit alles?
Ik werd bitter en mijn levenslust was ver te zoeken. Er kwam een moment dat ik me realiseerde dat ik zo niet verder kon en toen ben ik hulp gaan zoeken. Ik had geen behoefte aan praten en rationaliseren, maar zocht iets lichamelijks, alles was ook zo fysiek voelbaar. Ook had ik een grote behoefte aan aanraking, alleen de kapper en de schoonheidsspecialiste raakten mij nog aan!
Zo kwam ik bij jou. Ik herinner me nog in de eerste sessie, dat ik je hand greep, als een reddingsboei. Als ik deze immense pijn moet gaan voelen, dan niet alleen, ik moet iemand vasthouden. Bij jou kwam er ook achter dat ik eigenlijk geen afscheid had genomen van Arthur. Dat ben ik meer gaan doen, afscheid nemen van Arthur en mijzelf toestemming gaan geven om écht in het land van rouw te zijn. Daarvoor was ik daar wel een beetje, maar zocht toch vooral steeds naar de nooduitgang. Met een diepe zucht ben ik gaan toegeven: ‘ok Pien, je bent weduwe’.
De ochtenden waren het ergst. Iedere ochtend voelde ik de onheil in mijn maag en de rauwe werkelijkheid. Ik ben gaan leren dat ik in die golven van pijn mee kan gaan. En dat ze dan weer wegtrekken. Dat ik dan niet verdrink. Overigens zijn die golven er nog steeds wel eens.
Ik herinner me ook nog een sessie bij jou, waar ik voelde hoe ik letterlijk schildjes had opgetrokken rond mijn verscheurde hart.
Was er iets wat jou bemoedigd heeft of wat jou nog bemoedigt?
Ik heb godzijdank een goed netwerk van vrienden en familie, dat er altijd voor me is geweest. En dat onze zoon nog bij mij woonde de eerste periode was zó fijn voor mij. Vijf maanden na Arthurs dood, las ik een advertentie waar om vrijwilligers bij de Schooltuinen werd gevraagd. Tot mijn verbazing dacht ik: ‘dit lijkt mij leuk’. Vijf maanden niks leuk vinden is echt niets voor mij. Ik heb mij aangemeld en doe dit nog steeds met veel plezier en dit gaf ook structuur aan mijn leven. En ik ben, soms tegen de klippen op, aan alles blijven meedoen, zei altijd ja tegen een film of een etentje. Ook heb ik veel geschreven en getekend.
Er is na twee jaar ook een groot cadeau in mijn leven gekomen; ik ben verliefd op Hans. Dat helpt mij ook wel heel erg goed, hij is en soort levenselixer voor mij. Hij kon in mijn leven komen, toen ik eindelijk was gestopt met vechten en ik mocht gaan rouwen. Bij hem kon ik ook voor het eerst echt uithuilen
De pijn om het verlies van Arthur is onvoorstelbaar groot en hoeft ook niet weg, daarvoor was onze liefde te groot en waren wij teveel één.
En daarnaast heb ik ook weer veel liefde te geven. Ik ben nu iedere ochtend blij naast deze man wakker te worden. Mijn levenslust is terug en ik geniet weer van het leven.
De potloodtekening De Traan is gemaakt door Pien:
De opdracht van mijn tekenleraar (van de Zondagsschilders) was: laat je inspireren door Hundertwasser. Ik ben er begin november 2013 mee begonnen. Arthur heeft de eerste schetsen nog gezien. Ik heb het in januari 2014 afgemaakt en het maakte deel uit van de expositie van de Zondagsschilders in april 2014.

Deel dit blog
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  

Compassiebrief Rouwen met Compassie

Wil je ieder seizoen een mail van mij ontvangen met verhalen, tips voor boeken en inspiratie? Schrijf je dan in.
‘Verhalen van (h)erkenning en troost’

  • Corinne de Graaf
  • Rouwen met Compassie
  • 0610694910

Rouwen met Compassie • Groen van Prinstererstraat 65-bg • Amsterdam-Westerpark