Lichaamsgerichte begeleiding bij rouw

Rouw en vroeger (en hoe je lichaam het weet)

Op de gezinscamping van Terschelling zijn wij als 60-minners een beetje de gluurburen, die met een goed boek als dekmantel, de gezinnen om ons heen begluren.


Laat je je meenemen in mijn camping mijmeringen?

“Je hebt ze in soorten en maten”, zei mijn vader altijd, als er weer een nieuwe verpleegkundige thuis zijn steunkousen had aangedaan en hem met een stoellift onder de douche had geholpen. Hoe was ze, vroeg ik dan, zijn soorten-en-maten- antwoord betekende meestal dat hij die ochtend een wat minder exemplaar had getroffen.


‘Je hebt ze in soorten en maten’, concludeer ik na een paar dagen gluren. Je hebt de ouders die met zachtheid en humor zichzelf en de kinderen de hete dagen door loodsen. Als Lore van 4 in tranen bij de tent komt wordt ze op schoot getrokken, krijgt twee warme armen om zich heen en wordt er een mooie pleister uitgezocht voor haar piepkleine wondje op de knie. 


De ouders gunnen elkaar ook ruimte zonder kids en zitten regelmatig een uurtje alleen voor de tent met een lekker boek (zij) of met een mobieltje (hij) waarin hij googelt naar een ‘grote vouw-caravan’. Iedere ochtend bakt de vader een ei, of hij kookt er op verzoek eentje. En, heel verfrissend, maant hij zijn zoon even ‘om nu ff te stoppen met zeiken alsjeblieft’ om even later een potje voetbal met hem te spelen.

Als Lore ‘s nachts huilend wakker wordt uit een nare droom klinkt de zachte stem van haar moeder geruststellend en ik stel me zo voor dat het meisje zich tussen haar ouders mag nestelen voor het tweede gedeelte van de nacht.


Aan de andere kant van ons is een heel ander gezin neergestreken. Twee oudere-ouders met een late-leg-meisje, Lieke van 8 jaar. De ouders schelen niet eens zo gek veel in leeftijd met ons. Ik denk dat zij heel moe aan hun vakantie zijn begonnen en ze zitten veel onder de parasol voor hun tent, en lezen dikke boeken.

Ze hadden eigenlijk naar Italië willen gaan, vertelt de vader als ze in de brandende zon de enorme tent opzetten, terwijl Lieke dreigt te smelten in de hitte. We nemen haar maar even mee voor een plons in het meertje.


Het meisje vindt al snel vriendinnetjes op de camping en gaat haar eigen gang. Af en toe meldt ze zich even. Omdat ze haar Unicorn-opblaasbeest wil, omdat ze honger heeft of misschien wel gewoon omdat ze even haar ouders wil zien, na de hele ochtend met wildvreemde mensen te zijn. 


Het doet mij pijn om te zien hoe de ouders op haar reageren. Vaak bevalt ze de toon niet waarop hun dochter iets vraagt, ze vinden hem te dramatisch of te brutaal. Of ze moet NU haar tanden poetsen en ‘hoe vaak hebben we nu al gezegd dat je overdag NIET in het slaapgedeelte mag’. ‘De unicorn zit in de auto en die staat op de parkeerplaats en die pakken we morgen wel’.

 
Het doet me goed om te zien dat er na een paar dagen rust bij de ouders ook meer gezellige momenten ontstaan. Zo zie ik Lieke een spelletje doen met haar vader en leert hij haar in het Engels tot 100 te tellen, terwijl de moeder een uurtje is gaan fietsen met zichzelf. 


Nu de hitte is verdwenen zit ik op mijn stoeltje voor mijn tent wat te mijmeren, mijn werk is nooit ver weg.

Ik ben er steeds meer van overtuigd dat hoe je kunt omgaan met verlies, zijn oorsprong vindt in je jeugd. Het is winst als je als kind ervaren hebt dat je mag zijn wie je bent en dat er voor jou wordt gezorgd. Dat het wezenlijk is dat je leert dat jouw gevoelens er mogen zijn, dat gevoelens komen en gaan, en dat ze welkom zijn. Dat er steun voor je is, dat je klein mag zijn en dat je niet hoeft te verbergen hoe je je voelt. Dat geeft zo’n goede basis om, als-je-later-groot-bent, jezelf te kunnen dragen en opvangen, als het leven grote klappen uitdeelt.

Ik verbeeld me dat Lore ooit bij mij (of mijn opvolger, want oh ja ik ben al 58) in mijn praktijk komt. Haar moeder is overleden en ze is er zo verdrietig over. Ik stel me voor dat ze op de massagetafel ligt en dat ik mijn handen onder haar schouder en haar onderrug leg. Haar lichaam ontspant. In haar hoofd komt spontaan een herinnering van het slapen tussen haar ouders in, in een hete zomer op de camping. ‘Het was in een tent, dus ik denk dat ik 4 was. Daarna kocht mijn vader een vouwcaravan’. Ze voelt diep dat ze dit kan dragen én ze geeft zichzelf toestemming om het verdriet van dit gemis te voelen.


Ik verbeeld me dat Lieke ooit bij mij komt in mijn praktijk. Haar vader is overleden en ze voelt een verstrakking bij haar hart, alsof ze er niet bij kan komen. ‘Ik weet dat ik verdrietig ben, maar ik voel het niet’, zoiets zal ze zeggen. Op de massagetafel leg ik mijn hand aan de voorkant van haar hart en ter ondersteuning aan de achterkant van haar hartgebied. Ik vraag haar met haar aandacht tussen mijn handen te komen en zich voor te stellen dat ze haar hart naar binnen toe kan openen. Er ontsnapt een zucht en er volgt een diepe snik. Stille tranen druppen uit haar ogen en vormen in haar oren een zwembadje. Ik dep ze zacht met een tissue. ‘Weet je’ , zegt ze, ‘ik huil nu om mijn vader, maar ook om het kleine meisje dat ik was. Ik deed het vaak niet goed in de ogen van mijn vader’.


Even later, als de tranenstroom langzaamaan stopt, volgt opnieuw een zucht. ‘Er komt opeens een herinnering boven. Ik ben op de camping, ik weet niet meer of het nu in Italië of op Terschelling was. Mijn vader leert mij tellen in het Engels van 1 tot honderd. Het is zo’n liefdevol en steunend beeld’.

Tussen mijn handen voel ik warmte in haar hartgebied ontstaan.


En dan is opeens de zon weer terug en ik schrik op uit mijn fantasietjes. Het is de hoogste tijd voor weer een zee-plons, want ja, ik heb vakantie.

Deel dit blog
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  

Compassiebrief Rouwen met Compassie

Wil je ieder seizoen een mail van mij ontvangen met verhalen, tips voor boeken en inspiratie? Schrijf je dan in.
‘Verhalen van (h)erkenning en troost’

  • Corinne de Graaf
  • Rouwen met Compassie
  • 0610694910

Rouwen met Compassie • Groen van Prinstererstraat 65-bg • Amsterdam-Westerpark